Interregionaal privaatrecht

Voorwoord 5
Lijst van afkortingen 7

1 Inleiding 15
1.1 Begrip en functie van het interregionaal privaatrecht 15
1.1.1 Gebiedsdelen 15
1.1.2 Doel van het interregionaal privaatrecht 18
1.1.3 Verhouding met het internationaal privaatrecht 18
1.1.4 Verhouding met het privaatrecht 20
1.1.5 Vijf stelsels van IPR en vijf stelsels van IRPR 20
1.1.6 Koninkrijksrecht 21
1.1.7 Nationaal en Nederlands 22
1.1.8 Interregionale gevallen 22
1.2 Bronnen van het interregionaal privaatrecht 23
1.2.1 Verdragen en Europese verordeningen 23
1.2.2 Het Statuut 25
1.2.3 Rijkswetten 25
1.2.4 Wetten en landsverordeningen 27
1.2.5 Ongeschreven recht 28
1.3 Verhouding tussen de gebiedsdelen 30
1.3.1 Neutraliteit 30
1.3.2 Concordantie 32
1.3.3 Eenvormigheid 38
1.4 Rechterlijke organisatie en lex fori 38
1.4.1 Rechterlijke organisatie 38
1.4.2 Lex fori van de feitenrechters 39
1.4.3 Lex fori van de Hoge Raad 40

2 Interregionaal conflictenrecht 41
2.1 Inleiding 41
2.2 Werkwijze van de rechter 41
2.2.1 Werkwijze van de feitenrechters van het Koninkrijk 41
2.2.2 Werkwijze van de rechter van een vreemde staat 43
2.2.3 De internationaal privaatrechtelijke hulpfunctie van het IRPR 44
2.3 Algemene normen van interregionaal conflictenrecht 45
2.3.1 De Algemene Bepalingen 46
2.3.2 De domicilieregel 47
2.3.3 Het analogiebeginsel 53
2.3.4 Het beginsel van de gemeenschappelijke aanknopingsfactor 57
2.3.5 Het concordantiebeginsel 58
2.4 Algemene leerstukken 59
2.4.1 De openbare-orde-exceptie 59
2.4.2 De nauwere-band-exceptie 62
2.4.3 Renvoi 62
2.4.4 Voorrangsregels 63
2.4.5 Ambtshalve beoordeling 64
2.5 Bijzonder deel van het interregionaal conflictenrecht 65
2.5.1 Naam 66
2.5.2 Minderjarigheid 69
2.5.3 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 70
2.5.4 Huwelijksvermogensrecht 71
2.5.5 Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed 73
2.5.6 Afstamming 75
2.5.7 Adoptie 79
2.5.8 Ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderbescherming 80
2.5.9 Alimentatie 80
2.5.10 Goederenrecht 82
2.5.11 Erfrecht 83
2.5.12 Verbintenissen uit overeenkomst 84
2.5.13 Verbintenissen uit onrechtmatige daad 88
2.5.14 Overgang van vorderingen 91
2.5.15 Rechtspersonen 92

3 Interregionaal bevoegdheidsrecht 95
3.1 Inleiding 95
3.2 Begrip van het interregionaal bevoegdheidsrecht 95
3.3 Twee regionale jurisdicties 99
3.4 Werkwijze van de rechter 101
3.5 Internationale bevoegdheid 101
3.6 Algemene normen van interregionaal bevoegdheidsrecht 103
3.6.1 Het analogiebeginsel 104
3.6.2 Distributie bepaalt attributie 107
3.6.3 Forumkeuzebevoegdheid 110
3.6.4 Forum conveniens, forum non conveniens, forum necessitatis 112
3.6.5 Het concordantiebeginsel 115
3.7 Algemene leerstukken 116
3.7.1 Ambtshalve beoordeling 116
3.7.2 Verwijzing 117
3.7.3 Litispendentie 117
3.7.4 Immuniteit van jurisdictie 119
3.7.5 Beslag 120
3.8 Bijzonder deel van het interregionaal bevoegdheidsrecht 121
3.8.1 Registers van de burgerlijke stand 121
3.8.2 Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed 122
3.8.3 Ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderbescherming 125
3.8.4 Alimentatie 131
3.8.5 Burgerlijke en handelszaken 134
3.8.6 Consumentenbescherming 137

4 Het recht inzake de interregionale werking van rechterlijke uitspraken en authentieke akten 139
4.1 Inleiding 139
4.2 Werkwijze van de rechter 139
4.3 Rechtsbronnen 142
4.4 Interregionale werking 143
4.4.1 Rechterlijke uitspraken 143
4.4.2 Authentieke akten 149
4.4.3 Andere stukken 152

5 Terugblik 155

Lijst van verkort aangehaalde publicaties 159
Wetsartikelenregister 163
Trefwoordenregister 169